Nieuws

Beauty, brains & beer

Op welke manier waarborgt de lokale overheid de ruimtelijke kwaliteit? Hoe verandert de rol die externe adviseurs daarin spelen?

Over die vragen werd geanimeerd gediscussieerd door 75 deelnemers aan het tweede Mooiwaartscafé, dat op 13 oktober 2015 gehouden werd in Garage Notweg in Amsterdam-Nieuw West.

‘De stad, de natuur, de ruimte, het zijn collectieve goederen. Over collectieve goederen dient collectief besloten te worden. Bovendien is kwaliteit gebaat bij openbaarheid en verantwoording. Iets wat niet bevraagd kan worden, verwordt.’

In zijn op video uitgesproken column bespreekt oud-wethouder Maarten van Poelgeest de onontkoombare visie van de lokale overheid op de toekomst, een stip op de horizon, maar een stip waar we met kleine stapjes naar toe wandelen. “De verwording van het modernisme heeft ons hopelijk geleerd dat geluk niet gemaakt wordt op een tekentafel. Een samenleving wordt niet ontworpen, maar opgebouwd. De stip op de horizon bereiken we door kleine stappen te zetten.”

Als prikkel voor de discussie werd een door Serge Calon in opdracht van Mooiwaarts gemaakt filmpje vertoond, waarin de adviespraktijk in Amsterdam, Zaanstad, Haarlem en Amstelveen werd belicht.

Het gesprek ontaardde nog net niet in een collectieve aanval op Jan de Poorter, hoofd stedelijke ontwikkeling in Amstelveen, waar het college besloten heeft dat de lokale overheid nog maar een hele kleine rol heeft in het beoordelen van de ruimtelijke kwaliteit van bouwplannen. De Poorter betoogde dat we het in Nederland wel erg ingewikkeld en kostbaar hebben gemaakt; met minder regels en minder kosten, met meer vertrouwen in de burgers en de inzet van een stadsbouwmeester voor de meest kwetsbare plekken, hoeft de ruimtelijke kwaliteit zeker niet het kind van de rekening te zijn.

Bezuiniging is ook in Haarlem een belangrijk thema, waar de functie van het zes eeuwen oude instituut van stadsbouwmeester momenteel ter discussie stad. De huidige erfopvolger van Lieven de Key, Max van Aerschot, stak de loftrompet over de integrale advisering door de Haarlemse Commissie voor Ruimtelijke Kwaliteit, waar ook een integrale beleidsnota aan ten grondslag ligt. In die commissie worden niet alleen bouwplannen besproken, maar ook inrichtingsplannen voor openbare ruimte, en zelfs verkeerscirculatieplannen.

In Amsterdam is de afgelopen jaren geëxperimenteerd met een integraal werkende Commissie Ruimtelijke Kwaliteit, naast de bestaande Commissie voor Welstand en Monumenten, die veel eerder in het proces, en op een hoger schaalniveau dan het bouwplan, complexe gebiedsontwikkelingen worden besproken. Commissievoorzitter Marianne Looff schetst een praktijk waarin intiatiefnemers hun voorkeur kunnen uitspreken voor een intensieve begeleiding vanaf een heel vroeg moment tot en met de afgifte van de omgevingsvergunning, of juist kunnen kiezen voor planontwikkeling in eigen huis en een hele traditionele toetsing van het plan aan redelijke eisen van welstand.

Dana Ponec, als adviseur namens WZNH verbonden aan de welstandscommissie van de gemeente Zaanstad, vat haar rol al lang niet meer op als toetser van vergunning-aanvrager. Zij ziet de rol van het ontwerp (haar vak) en het adviseren daarover als het aan elkaar verbinden van vele diverse belangen van bewoners en intiatiefnemers. Het gaat natuurlijk ook om ruimtelijke kwaliteit en schoonheid, maar beslist niet alleen: ook sociale veiligheid en ontplooiingskansen horen bij een leefomgeving met een hoge kwaliteit.

Als laatste kreeg Dirk Baalman van Het Oversticht het woord. Dirk concludeerde dat de grote opdracht die de Omgevingswet voor ons in petto heeft is het zodanig inrichten van de procedures, dat er processen ontstaan die tot een hoge omgevingskwaliteit leiden. Baalman kondigde aan dat het volgende Mooiwaartscafé gehouden zal worden in de spoorzone in Zwolle, en dat het programma in belangrijke mate over “sociale omgevingskwaliteit” zal gaan.

U kunt de film terugzien onder het tabblad video’s, en de column van Maarten van Poelgeest onder het tabblad blog.