Interview

Peter van Rooy

Directeur Accanto en initiatiefnemer en codirecteur van Stichting NederLand BovenWater.

Kwaliteitszorg wordt volwassen
Het kwaliteitsbeeld moet 180 graden kantelen. We staan voor een paradigmawisseling.
Onze kwaliteitszorg moet volwassen worden, de puberteit is voorbij.
De overheid heeft – als een bezorgde ouder – lange tijd alles bedacht en bepaald, de kwaliteit voor de korte en de lange termijn, voor grote en kleine projecten. Met alle gehakketak van dien. De overheid heeft zich daarmee lang niet altijd populair gemaakt.
Private en particuliere partijen moeten de vrijheid krijgen om zelf een kwaliteitsdoel te bepalen. Ze doen dat uit welbegrepen eigenbelang; niemand wil investeren in iets dat over vijf jaar verloederd zal zijn. Laten we uit de modus van ‘dat wordt een rommeltje’ zien te komen. Laten we mensen de vrijheid geven om vanuit hun eigen loyaliteit met de ruimte om te gaan.

Principes voor regie
De rol van de overheid is om regiekaders vast te stellen in de vorm van een aantal principes.
Die principes moeten precies het goede abstractieniveau hebben: niet vrijblijvend, maar ook geen dictaat. Principes zijn de achilleshiel van de nieuwe kwaliteitszorg: de gedeelde waarden. Vaak wordt begonnen bij het panorama, en wordt de politieke discussie op niveau van projecten en producten gevoerd. Principes zijn het zwakste punt, het moeilijkste. Wat zijn de waarden, wat wil je overeind houden? Daar zou de gemeenteraad het over moeten hebben.
Voorbeelden: transformatie gaat voor nieuwbouw; een initiatief mag de omgeving niet leegtrekken of kannibaliseren; de buren/omwonenden moeten gehoord zijn.
Voorbeelden die niet voldoende houvast bieden: Almere Principles zoals: koester diversiteit; verbind plaats en context.
Aanzet, mogelijke voorbeelden uit praktijk: Gouden Regels in Nota Ruimtelijke Kwaliteit van Haarlem en Gouden Regels in Omgevingsnota van Beemster.

Meerwaardegesprek
NLBW heeft een aantal meerwaardegesprekken uitgevoerd. Gaat om een normaal menselijk gesprek waarin gezaghebbende onafhankelijke deskundigen de goede vragen stellen bij een initiatief. Met vragen in een vroeg stadium wordt voorkomen dat er op het laatste moment ad hoc aanpassingen nodig zijn (meestal t.b.v. de haalbaarheid) die afbreuk doen aan de kwaliteit van het initiatief, en funest zijn voor de omgeving.
Er zit veel potentie in kwaliteitsvragen. Team werkt, bevraagt en beargumenteert op basis van de principes. Uiteindelijk, bij de vergunningaanvraag, moet er een A4’tje zijn van het team, waarin de meerwaarde van een initiatief duidelijk wordt gemaakt. Zonder dat A4’tje geen vergunning. Advies van het team is gericht aan bevoegd gezag. Niet bindend, maar ook niet vrijblijvend.

Trefwoorden meerwaardeteam

  • Onafhankelijk.
  • Kritische doorvragers (prettig irritant).
  • Dienstverlenend: kunnen we helpen (vanuit perspectief van de samenleving).
  • Niet vanuit de inhoud of de esthetiek maar vanuit gedeelde waarden.
  • Breed overzicht / helikopterview
  • Oog voor menselijke relaties.
  • Altijd gemengd man/vrouw. Chemie in het team is belangrijk.
  • Integraal, maar in een heel andere betekenis dan ‘stop er maar een paar verschillende disciplines of sectoren in’.
  • Schaalniveau: regio/ samenwerkende gemeenten
  • Bekostiging: 1 gesprek + opstellen van advies vanuit overheid; als meer gesprekken nodig zijn tegen kostprijs (want waarom zou overheid het bekostigen als iemand zijn huiswerk niet goed heeft gedaan).
  • Samenstelling:
    – iemand met oog voor ruimtelijke kwaliteit
    – iemand met oog voor de bestuurlijke vraagstukken
    – iemand met oog voor het intermenselijke, de relaties (de vrouw)

Drie dimensies
Het meerwaardegesprek speelt zich af bij grotere ingrepen. Het gaat om operationele kwaliteit en wordt gevoerd vanuit de principes. Er is speelruimte, onderhandelingsruimte. De overheid neemt de ruimte om initiatieven (bij) te sturen of te verbinden. Aan de onderkant ligt een nullijn (die je misschien ook een principe zou kunnen noemen). De dagelijkse stroom kleine ingrepen valt tot nu toe een beetje buiten het vizier van de meerwaardegesprekken. Maar als je daar een aantal simpele principes voor vast kunt leggen in een verordening, heb je een harde ondergrens. Dat kan ambtelijk worden getoetst. De criteria voor welstandsexcessen zijn misschien een voorbeeld, wellicht uit te breiden met stedenbouw, landschap, openbare ruimte, cultuurhistorie. Eventueel kan bewijslast bij initiatiefnemer worden gelegd. Vergelijk Boekel: geregistreerde architect, overleg met buren.

Omgevingswet
Technocratische benaderingen van kwaliteit lossen niets op. Omgevingswet lijkt nog vast te zitten aan bestaande model en routine. Kunnen we alle verplichte planvormen loslaten? Het bevoegd gezag alleen verplichten tot het opstellen van principes (waarvan de nullijn er een is) en het instellen van een meerwaardeteam. Verder alle vrijheid aan de private en particuliere initiatieven, waarbij de overheid helpt, meedenkt, verbindt.

Tot slot
Stichting NLBW en Mooiwaarts zoeken deels naar hetzelfde verhaal. Stichting NLBW heeft al 80-90% helder. Het goed formuleren van de principes, zodat gemeenten hiermee aan de slag kunnen en durven, is nog een zoektocht. Voor Mooiwaarts zijn de principes en de praktische uitwerking van het meerwaardegesprek van groot belang, als ook de juridische status van dit alles. De initiatieven kunnen elkaar ondersteunen.

december 2014.