Nieuws

Mooiwaartscafe Harlingen top

Met wind in de haren, zout op de lippen en de roes van voorjaarszon op de huid stapten we na een excursie van drie kwartier restaurant ’t Wad binnen. Harlingen, de “meest gevaarlijke stad van Nederland” waar de zee vanaf de Noordpool komt aanrollen en zo de stad in stroomt. Daar ontmoetten zestig bevlogen mensen elkaar voor een goed gesprek over ruimtelijke kwaliteit in Nederland, in Friesland en in de Nieuwe Willemshaven van Harlingen in het bijzonder.

Die Nieuwe Willemshaven was het voorwerp van de excursie: een desolaat terrein, maar met robuuste uitstraling en voor liefhebbers van de rauwe Friese stormwind de parel in een fraaie oester. Hoe krijg je zo’n gebied ‘Mooiwaarts’? Moet je uitgaan van de kansen die je ziet – een internationale terminal voor cruiseschepen van 160 meter lengte? Met een jachthaven die tevens als vluchthaven kan dienen als het spookt in het Stortemelker zeegat? Of moet je niet van die megalomane plannen ontwikkelen, en vooral ook niet uitgaan van maquettes met contouren van gebouwen die ruimte bieden aan verhoopte ontwikkelingen, maar juist op je handen gaan zitten: voor zo’n fantastische plek zullen de initiatieven zich vanzelf aandienen, en via organische ontwikkeling ontstaan de passievolle plekken met menselijke maat. Ga mee naar buiten, ga zelf kijken, en samen maken we ter plekke de meest wilde plannen… Of is dit soms dé plek bij uitstek voor een educatiecentrum over de unieke natuur van Werelderfgoed Waddenzee?

Het borrelde aan tafel 7 van het vierde Mooiwaartscafé. Ze waren het niet eens, zoveel is duidelijk, de brains, het bier en de bitterballen deden de gemoederen goed. Het werd zowaar gezellig.

En dat gold voor de andere gesprekstafels evenzeer. Er werden harde noten gekraakt – hoe blijf je trouw aan je vakkennis, als je je dienstbaar wilt maken aan een integraal kwaliteitsadvies? Hoe zorg je dat omgevingskwaliteit vanaf het eerste moment als onderwerp ter tafel ligt? Hoe kan je als bestuurder de juiste beslissing nemen tussen al die belangen waar iets voor te zeggen valt? – maar de diepgang van het gesprek deed geen afbreuk aan de goede sfeer. De toon was al gezet door wethouder Maria le Roy, die met een hele open mind de samenwerking zoekt met het Team Ruimtelijke Kwaliteit van de provincie Fryslân. En door Joost Schrijnen, de voorzitter van het nationale O-team, die een wat somberder beeld schetste van een overheid in verwarring, een overheid die voor de taak staat een omgevingsvisie te formuleren, maar nauwelijks in staat is de geweldige veranderingen waarin we ons nu bevinden te benoemen en te agenderen. Le Roy en Schrijnen kregen uit handen van gedeputeerde Klaas Kielstra het boek Foar in Moai Fryslân, dat zeven jaar ervaring met het provinciale Team Ruimtelijke Kwaliteit beschrijft.

Conclusies kan je na zo’n wervelende middag niet meteen trekken. Dat is ook niet de bedoeling van de Mooiwaartscafé’s: het gaat om een gezamenlijke zoektocht naar de beste manier om vandaag de dag te zorgen voor een goede omgevingskwaliteit. Met ieders inbreng en oog voor zwakke belangen en waarden ruimte geven aan de dynamiek van de samenleving.

Dat gesprek hebben we met elkaar gevoerd, en we zijn weer een stapje dichter bij het benoemen van randvoorwaarden en nieuwe inzichten. José van Campen dorst de oogst van de Mooiwaartscafés van tijd tot tijd op de dorsvloer van een landelijk medium. Over een tijdje kunnen we er misschien brood van bakken.