Interview

Adri Duivesteijn

Welstand: niet afschaffen, wel fundamenteel moderniseren
De gemeente moet de ruimtelijke kwaliteit blijven bewaken, ook onder andere marktcondities. Dat lukt echter niet door plannen op het laatste moment aan een welstandscommissie voor te leggen. Je moet inzetten op hoofdzaken en de strijd al veel eerder voeren: dit vraagt een fundamenteel andere manier van kwaliteitsborging.
De koppeling van kwaliteitsborging aan de vergunningverlening is niet effectief en het argument dat welstand behouden moet blijven omdat het een weigeringsgrond biedt voor de omgevingsvergunning voor het bouwen, is te dun. Duivesteijn zoekt naar een kwaliteitsbeleid waarbij hij niet met plannen naar de welstandscommissie moet. In de ontwikkelingsgebieden lukt dat, maar voor het beheer van de  bestaande stad heeft hij nog geen oplossing.

Ontwikkelingsgebieden: kwaliteitsteam onder regie van de stedenbouwkundige
In de ontwikkelingsgebieden gaat het om maatwerk: kwaliteitsborging die gericht is op de specifieke kwaliteiten van het gebied, met de stedenbouwkundige die het plan heeft ontworpen in een centrale rol als bewaker van zijn eigen plan.
In het Homeruskwartier werden de basiskwaliteiten nog door de welstandscommissie beoordeeld, met name van de projecten van de ontwikkelaars. Voor de particuliere woningen was dat veel minder nodig omdat ze vooraf al aan kavelpaspoorten gebonden waren.
In Nobelhorst zal de (externe) stedenbouwkundig ontwerper tijdens de uitvoering deel uitmaken van een kwaliteitsteam, waarin ook een deskundige m.b.t. duurzaamheid en een deskundige m.b.t. sociale netwerken zitting hebben. Het kwaliteitsteam wordt ingesteld door het college van B&W en de private ontwikkelende partij. Het kwaliteitsteam begeleidt het proces binnen de uitgangspunten die het college heeft vastgesteld en informeert het college hierover. Zolang de uitvoering binnen de uitgangspunten blijft, zal de gemeente zich niet met de vorm bemoeien. Het kwaliteitsteam is de ‘moeder of vader’ van het gebied: die kwaliteit moet je op gebiedsniveau regelen, niet per plannetje afzonderlijk.
De gemeentelijke stedenbouwkundigen zijn nadrukkelijk níet betrokken bij de uitvoering en invulling van het gebied: het stedenbouwkundig initiatief verschuift naar de ‘geestelijk vader’ en de toekomstige eigenaren. Dit proces is gekoppeld aan het uitgiftebeleid: een gebiedsregisseur begeleidt initiatiefnemers tot ze een overeenkomst met de gemeente kunnen sluiten, waarbij de gemeente a.h.w. de planologische rechten overdraagt. De welstandscommissie is gevraagd een strategisch welstandsbeleid te formuleren: specifieke doelstellingen die vooraf worden ingebracht i.p.v. generieke criteria voor de toets achteraf.
De eindgebruikers maken de kwaliteit, niet de gemeente en niet de welstandscommissie.
Overigens is de welstandscommissie ook gevraagd wat haar strategische doel is: wat wil de welstandscommissie met zijn bestaan eigenlijk bereiken?

Beheer en transformatie bestaande stad
De kwaliteiten in de bestaande stad zijn vooral aanbodgestuurd tot stand gekomen. Hoe kun je die borgen nu de initiatieven in de bestaande stad niet institutioneel meer zijn, maar individueel, massaal, veelvuldig en veelvormig? Zet je dan nog steeds in op behoud van de stedenbouwkundige en architectonische samenhang, of maak je ook hier ruimte voor diversiteit? En welk ambitieniveau hanteer je: het voorkomen van verloedering of het streven naar een hoger kwaliteitsniveau? Wat is hierin de taak van de overheid?
Misschien biedt een structuurvisie ruimtelijke kwaliteit in dit verband een strategisch kader: vastleggen waar ‘het goud in de stad’ zit, wat de elementen zijn die je wilt behouden en bewaken.  Of dat dan via welstandstoezicht moet, is alsnog de vraag.  In de kwaliteitszorg en -borg voor de bestaande stad moet vooral bezien worden hoe een initiatief zich verhoudt tot het functioneren van zijn omgeving, een bredere afweging dus dan de esthetiek.

Stadsbouwmeester: de stad als geheel
In Almere voert een stadsbouwmeester de regie over de kwaliteit van de stad als geheel. Daarom is een centrale welstandscommissie niet nodig. De stadsbouwmeester organiseert de uitwisseling en coördinatie tussen de verschillende kwaliteitsteams.

Strategisch kwaliteitsbeleid
Agenderen van ruimtelijke kwaliteit is belangrijker dan de vorm van de uitkomst van het proces. De gemeente Almere heeft nagedacht over haar opvattingen van ruimtelijke kwaliteit, gesprekken gevoerd en principes geformuleerd. De gemeente heeft altijd strategische doelen en zoekt daar bondgenootschappen bij. Strategische doelen zijn motiverend en kunnen hand in hand gaan met vrijheid en ruimte voor private partijen en particulieren. Randvoorwaarden worden aandachtspunten. De gemeente wil positieve krachten los maken en anderen partijen uitdagen. Dat is een cultuur, een sfeer, die je als gemeente krachtig neer moet zetten. Het principe van welstandstoezicht past zo helemaal niet in dit positieve stimulerende proces.

Omgevingswet
Duivesteijn is van mening dat ruimtelijke kwaliteit een onderwerp moet zijn in de nieuwe Omgevingswet. Overheden zou verplicht moeten worden om het gesprek over ruimtelijke kwaliteit ’te organiseren’ tijdens ontwikkelings- en transformatieprocessen. Het gesprek over kwaliteit móet gevoerd worden en is cruciaal, maar de uitkomst is niet interessant: de uitkomst is de opvatting van de winnaar over wat goed is, en wat minder goed. Natuurlijk, ook ik denk in de grachtengordel, dat de gebouwen die ik mooi vind, beschermd moeten worden. Let wel: wat ik mooi vind. Maar ik heb geleerd dat wat mensen helemaal vanuit zichzelf maken, veel revolutionairder is dan wat wij ooit hadden kunnen verzinnen. Je maakt onvermoede krachten los, door mensen in het initiatief te plaatsen.
Overigens blijft advisering door deskundigen noodzakelijk, namelijk over de vraag of de uitvoering in de geest van het plan is. Adviezen hoeven niet alomvattend integraal te zijn, want de integrale afweging is een democratische taak.

Tot slot
Op het bureau van Adri Duivesteijn staat een tegeltje met de spreuk ‘regel het ontregelen’. Een mooi motto, ook voor Mooiwaarts.

 

december 2014