Blog

Alleen water blust de veenbrand

door Jaap Dirkmaat

Column, uitgesproken tijdens het achtste Mooiwaartscafé aan de Oude Meije in het Groene Hart, 12 oktober 2017

Er staat sinds 1200 een waterorgel op dit plekje aarde, en daar wordt aan gedraaid en op knoppen gedrukt. Daar heb ik de gebruiksaanwijzing laatst van gevonden. Die is in het oudhollands. Het vergt dus enige vertaling, maar ik zal u een aantal delen uit die gebruiksaanwijzing geven.
“Wie veen ontgint”, is de eerste vaststelling, “vraagt om problemen. Eindigheid zelfs.” Hou dat vast: ik heb nog geen deskundige ontdekt, die dat met mij oneens is. Als veen niet meer leeft, namelijk, dan krimpt het, het slinkt in, het oxideert op de meest letterlijke manier: het verbrandt. Of je het nu steekt, voor in de kachel, of blootstelt aan zon en wind: het is om het even. Veen kan alleen in water geblust worden.

In ons landschap kan je niet gewoon boeren, als het een veenlandschap is. Het deint namelijk, en het golft. Het drijft. Mijn eigen opa in Friesland deed het me voor. Hij zei: “spring van de tractor”. Dat deed ik, en ik voelde dat ik weer terug opveerde. Letterlijk. Dus in zo’n landschap kan je niet gewoon boeren.
Als je hier in het veenweidelandschap een ploeg in een schuur ziet staan die ook nog eens gebruikt wordt, dan weet je dat die boer bezig is het land van zijn kinderen te verwoesten. Ik zie nog steeds maisteelt vanuit de trein en denk: waarom rijdt daar de boevenwagen niet voor? Het is spugen op het land.
Maar wie meren droogmaalt, en dat hebben wij gedaan in dit land, die heeft iets van almacht over zich, die wij met God delen. Dat klopt ook, want de Maori en de Inuit weten allebei, en alles wat daartussen woont ook, dat God weliswaar de wereld schiep, maar de Hollanders hun eigen Holland.

Waterschappen en dijkgraven zitten aan de knoppen te draaien van ons mooie waterorgel. Ik zie ook knoppen, bij nadere bestudering, die zwaar onder het stof zitten en vastgeroest lijken. De vergeelde tekstjes reppen van Veen-regeneratie. En andere zeggen: “voorkom ten allen tijde leegloop of het weglekken van water”. Als ik met dat handboek in de hand naar buiten kijk, waar dan ook in het veenweidegebied in Nederland, zie ik dat die knoppen waarschijnlijk nooit zijn gebruikt of beroerd.
Als ik lees wat er in het Handboek staat, dan tref ik de volgende zin: “de regeneratieknop dient ten allen tijde aan te staan. Zet deze nooit uit!” Hij staat uit. “Deze zorgt er namelijk voor dat vaststaande delen van het veenweidegebied weer onder water komen te staan, weer blootgesteld worden aan vervening, en uiteindelijk kunnen worden ontgonnen om landbouwgrond te worden. Wanneer het lampje ontginning van rood naar groen kleurt mag u weer gaan malen.”

U snapt het inmiddels. Nieuwsgierig werd ik, en ik ging verder met het lezen. “Voorkom leegloop en het weglekken van water.” “Als veenwinning niet tijdig gestaakt wordt, kunnen er meren ontstaan”, staat er. “Maal deze onder geen beding droog!” Hebben we wel gedaan. En nog erger.
Het enige verantwoorde beheer van deze putten van klei en zand is ze onder water zetten, of met zand volspuiten. En het enige geoorloofde gebruik is wonen op het water of in het ontstane duingebied. “Onder geen beding: landbouw.”
Dan valt mijn oog op de eerste regel van de gebruiksaanwijzing, en die kent u allemaal, want die ziet u ook bij uw televisie en de radio en zelfs bij een laptop: lees eerst de gebruiksaanwijzing aandachtig en geheel door, voor u in het veen gebruik gaat maken van poldering. Neem en bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig, voor raadpleging door latere generaties.

Ik weet wel: na dat gevoel van Almacht, komt uiteindelijk de Zondvloed, de straf. Immers, je kunt een land wel maken, maar als je net zo afwezig blijft als die God die de rest gemaakt heeft, dan ziet het er donker uit.

Jaap Dirkmaat, Directeur Vereniging Nederlands Cultuurlandschap